dinsdag 31 januari 2012

Ik kijk liever naar een gladiator dan naar een toreador

Ik heb het de afgelopen weken echt een serieuze kans gegeven. Volkomen willekeurig bekeek ik diverse wedstrijden in de Primera Division. Hoewel de affiches waarin er sprake was van rivaliteit (Barcelona-Real Madrid en Betis-Sevilla) nog wel te behappen waren kreeg ik in de overige wedstrijden(bijvoorbeeld Villareal-Atletico Madrid of Athletic Bilbao-Real Mallorca) de bevestiging dat het Spaanse voetbal mij niet kan interesseren. Uiteraard ben ik bij mezelf te rade gegaan om te achterhalen waarom het mij niet boeit en al snel kwam ik tot de conclusie dat het de beleving op en naast het veld is . Spanjaarden gaan naar het stadion zoals ze in het verleden massaal naar het stierenvechten gingen. De tribunes zijn weliswaar goed bezet, maar de sfeer is tam. Ze krijgen te zien wat ze willen. Spaanse ploegen spelen hoofdzakelijk op techniek, spelen om duels te ontwijken zoals de toreador met zijn rode doek een stier ontwijkt. Balbezit om het balbezit. Het oogt vaak aanvallend, maar niets is minder waar.



Dat verklaart direct mijn sympathie voor het Italiaanse Calcio . Hoewel de bezettingsgraad op de tribunes daar de laagste is van de Europese topcompetities, is er absoluut geen gebrek aan beleving. Het is ook dé topcompetitie waarin de rivaliteit tussen clubs groter is dan waar dan ook. Door geografische ligging(noord-zuid en de diverse derby’s), door politieke idealen(rechts,communistisch) of door gebeurtenissen in het verleden waarin de gevechten zich verplaatsten van het veld naar de tribunes of er buiten. Italianen gaan naar het stadion zoals ze vroeger naar de arena gingen om de gladiatoren aan het werk te zien. Zij willen strijd zien, man tegen man. Ook zij krijgen te zien wat zij willen zien. Welke willekeurige wedstrijd ik ook kijk. Er wordt altijd gevochten om elke meter. De eerste bal is altijd voorwaarts wat het tempo ten goede komt en tussen de strijders lopen altijd wel enkele technici.



De vooroordelen over het Calcio zijn groot; alle ploegen zijn verdedigend ingesteld, want ze spelen met zes of zeven man achter de bal. De tribunes zijn niet goed bezet, dus geen sfeer en zo kan ik nog wel even doorgaan. Zoals gezegd is de sfeer, vooral door de hoge mate van rivaliteit, op de tribunes wel degelijk aanstekelijk. En verdedigend voetbal valt behoorlijk mee. Natuurlijk zijn er zoals in elke competitie defensief ingestelde ploegen die vechten voor handhaving of hun gebrek aan kwaliteit compenseren. Dat ze zes of zeven man achter de bal laten wil niet automatisch zeggen dat ze verdedigend spelen. In tegendeel zelfs, want er staan meer spelers met hun gezicht richting doel waardoor er vaker van afstand op doel wordt geschoten dan in de Spaanse competitie waar er wel veel spelers voor de bal staan. Zij staan vaak met hun rug naar hun doel zodat er eindeloos gecombineerd moet worden en de tegenstander de tijd heeft om zich te organiseren.



Wie cynisch is over het Italiaanse voetbal zal eigenlijk eens blanco naar een willekeurige wedstrijd moeten kijken en de beleving over zich heen laten komen. Wie van strijd houdt met soms een geniaal moment komt in het Calcio ongetwijfeld aan zijn trekken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten