maandag 21 november 2011

Wij zijn Ajax?

Ajax: het zou maar je lust en je leven zijn. Al tijden volgde je de club op de voet door elke wedstrijd in levende lijve te bekijken. Van hier tot Tokyo. Maar daar bleef het niet bij, want ook trainingen en ontmoetingen met andere supporters hoorden zodra het kon bij het dagelijkse leven. Vanwege gezinsuitbreiding kwam het er niet meer van. De Ajax familie werd ingeruild voor je eigen familie. Maar je liefde voor de godenzonen verdween natuurlijk niet. Heel soms kan je nog een wedstrijd bezoeken, maar alleen als je situatie thuis dat toelaat. De club blijf je altijd volgen, al is het op afstand. Gelukkig is er met de huidige technieken altijd wel mogelijk om de wedstrijden op de één of andere manier te bekijken.


Met de kennis van nu ben je o zo blij dat je voor je eigen familie hebt gekozen. Vroeger was Ajax nog een echte familie. In De Meer was er een huiskamer sfeer waar onder het genot van een kroket en de geur van urine werd gezanikt en genoten. Hoewel Ajax ook toen al de grootste club van het land was, was er een bepaalde intimiteit. Elke keer als je door de straten richting het stadion liep was het alsof je thuis kwam. Elke keer als je je eigen plekje op de tribune beklom zag je dezelfde vertrouwde gezichten. Het is echt niet zo dat vroeger alles beter was, dat besef je ook wel. Maar je beseft ook dat de club is veranderd. Het moest zogenaamd met zijn tijd mee. De gang naar de beurs en het betreden van een multifunctioneel stadion maakte van een voetbalvereniging een bedrijf. Tuurlijk, elk nadeel heeft zijn voordeel. En zo vervelend is het nu ook weer niet om in de vrieskou eens comfortabel in je eigen stoel de rood-witten aan te moedigen.


De grootste verandering is nog wel het grootste nadeel. Er zijn zoveel mensen die plots bij Ajax willen horen. Die zag je vroeger in de Meer niet. Die zag je daar niet een kroketje eten. Nu zie je ze tijdens de wedstrijd met gesloten ogen genieten van de bijzondere bitterballen en andere haute cuisine hapjes. Ze voelen zich door al die overheerlijke versnaperingen in de zevende hemel. Ach wat balen ze als ze uit die hemel worden gehaald door een kakefonie aan gejuich. Je ziet ze bij een doelpunt even hun eten opzij leggen om zo beschaafd te kunnen klappen. Kunnen ze straks thuis trots zeggen dat ‘ze’ gewonnen hebbben. ‘Wie zijn toch die mensen, waarom komen ze bij Ajax en hoe hebben ze een plekje in onze familie kunnen bemachtigen’, vraag je jezelf af. De club is veranderd. Afgelopen weekend zag je op het moment dat de spelers van Ajax en NAC Breda het veld betraden de door niet-familieleden bedachte slogan: Wij zijn Ajax. Je begint je echt af te vragen wie nu die ‘wij’ zijn.


Is dat nu een icoon als Johan Cruyff. Is dat nu die man die een vaste stek op de Albert Cuyp heeft en geen wedstrijd van de club mist. Of is het een passant als Rik van der Boog of een andere bezoeker van Ajax die er voor zijn eigen eer en glorie zit. Een beter motto voor Ajax zou eigenlijk geen 'Wij zijn Ajax' moeten zijn. 'Geen daden, maar woorden', lijkt tijdens het Arena tijdperk beter op zijn plaats. Er wordt gepraat, verzoend, gehekeld, gepraat, gelogen, verdedigd, aangevallen en weer gepraat. Oh ja er wordt ook nog gevoetbald. Al lijkt het virus van de bestuurskamer overgewaaid naar de kleedkamer. Het is dus niet alleen op de tribunes zo dat men vraagt wie Ajax nu is? Ook de leiding en de spelers vragen het zich af, maar lang niet met dezelfde betrokkenheid. Gelukkig weet jij hoe Ajax ooit was, wie dat waren en waarom ze dat waren. Wist elke bezoeker in de Arena dat maar….

1 opmerking:

  1. Ajax, "de club" van Nederland. Geen schoen is groot genoeg om het ego ergens neer te zetten. De enigste oplossing voor Ajax is: luister naar de technische mensen. Want zij zijn de bakermat van de club. zonder deze mensen en hun inzet bestond er geen Ajax ook de warmte van de echte Ajaxied is iets wat je moet koesteren. Dus RVC komt uit jullie ivoren toren en proef wat het is om een ajaxied te zijn !!

    Adrie (een rasechte Feyenoorder)

    BeantwoordenVerwijderen